Het stuk speelt zich af op het terras van een pas geopend bungalowpark, gelegen op het grondgebied van het vroegere kasteel Clingendael. Tine is de bedrijfsleidster; als hulp in de huishouding is Annie aanwezig. Klaas moet opdraven als vervangende ober. De eerstegasten die aankomen zijn Gerrit en Jans. Hij is een gladde jongen, Jans is zijn vrouw. Vervolgens komt het jonge stel Paul en Willy op het park. Hij is een stijve bekakte hark en zij een levenslustig vrouwtje. Tot slot verschijnen Jules, een echte heer, en zijn verwende vrouw Edith. Jules heeft vroeger op het kasteel Clingendael gewoond en wil graag zien wat ze ervan gemaakt hebben. Niet iedereen is even gelukkig met de vakantiebestemming, de andere gasten of hebben onderling wat woorden. Wanneer er plotseling spullen verdwijnen, is de verbijstering groot. Wie zijn de dieven, waar zijn ze op uit en kunnen ze wel een onbekommerde vakantie vieren? (On)gelukkig is niet iedereen zoals hij of zij zich voordoet en ontwikkelt zich een verrassend stuk.